Afbeelding / Picture      easypagelogo      Afbeelding / Picture

Boxer info

De raspunten van een boxer;

Algemene verschijning .De boxer is een middelgrote gladharige hond met een vierkante en sterke lichaamsbouw.Men kan de boxer het best vergelijken met een atleet welke in grote kracht en vlugheid in zich verenigt.De spieren zijn krachtig ontwikkeld en duidelijk zichtbaar.De bewegingen zijn zeer levendig, hetlopen vast en elastisch, met vrije en ruime gang.De houding is fier en edel.Als vededigingshond moet de boxer kracht en soepelheid bezitten.Eigenschappen die de boxer als begeleidingshond tot een behoorlijke tochtgenoot maakt.De boxer mag niet plomp of zwaar, maar evenmin te gering in verschijning zijn.Het haar moet kort, hard en glad aanliggen. Het karakter is bij de boxer van de allergrootste betekenis. Zijn rustige aard en grote aanhankelijkheid voor huisgenoten, alsmede zijn bijzondere genegenheid voor het kind, stempelen de boxer tot de ideale huisgenoot en begeleider.

               Afbeelding / Picture               Afbeelding / Picture    
Het boxerhoofd .Het hoofd is van geheel aparte bekoring. Het moet in juiste verhouding tot het lichaam staan en mag vooral niet te klein zijn. De verhouding van de snuitpartij is daarbij van grote betekenis. deze moet, van welke zijde men deze ook beziet, in juiste verhoudingen ten opzichte van overige delen van het hoofd staan. Een brede snuitpartij is de meest gewenste.Hoe meer de snuitbreedte de schedelbreedte benadert, hoe beter. Hierbij mag niet uit het oog worden verloren, dat de snuitdiepte en hoogte in overeenstemming behoren te zijn. Het hoofd moet 'zo droog' mogelijk zijn, d.w.z. met zo weinig mogelijk rimpels zijn.Het donkere masker op snuit en rondom de ogen moet duidelijk afsteken bij de kleur van de hond. De lippen zijn zeer krachtig en dik, met een fraaie boog tegen de droge hals afstekend. De snuit moet een machtige indruk geven en doet dit door van alle zijden bezien, ongeveer dezelfde maten te hebben, zowel in de breedte, hoogte en diepte. De snuit mag dus niet te smal of spits,te kort of ondiep zijn.
                    Afbeelding / Picture    Afbeelding / Picture

                                    Ongecoupeerde & Gecoupeerde hoofden    
De Boven- en onderkaak eindigen van voren niet in een gelijke lijn,maar de onderste kaak is langer dan de bovenste.Waardoor de hoektanden en snijtanden van de onderkaak van de boxer voor die van de bovenkaak staan.Men noemt dit 'ondervoorbijten'.De bovenkaak is breed en heeft een zo gering mogelijk verloop met de schedel.De onderkaak buigt zich licht opwaarts en is van voren ook zeer breed.De hoektanden van beide kaken staan wijd uiteen.De Snijtanden van de onderkaak staan zo mogelijk in een rechte lijn tussen de hoektanden.Het gebit moet krachtig en gezond zijn.De lippen voltooien de vorm van de snuit.De bovenlip is krachtig,dik en vol en vult de ruimte die door de vootuitstekende onderkaak gevormd wordt.Daardoor ontstaat 'het vlak' aan de voorsnuit.Dit moet zo groot mogelijk zijn en vormt met de neusring een stompe hoek.De onderste rand van de bovenlip rust van voren op de bovenrand van de onderlip, welke met de iets omhoog gebogen en vooruitstekende onderkaak de kin vormt. De kin moet van voren zowel als van opzij duidelijk zichtbaar zijn. De liprand van de onderkaak moet iets voor die van de bovenkaak uitsteken.een teveel alsmede te weinig, schaden hier ten zeerste, omdat daardoor een markant deel verloren kan gaan.Bij gesloten mond mogen tanden of tong niet zichtbaar zijn.De schedel is licht gewelfd en mag niet te bol of te breed zijn.Het voorhoofd gaat met een zeer duidelijke inzinking (stop) over in de neusrug.Deze moet iets hol naar de neusrug verlopen.De neusrug mag in geen geval aflopend zijn.De neus is zwart en breed, de neusgaten zijn wijd met een neusgroeve ertussen. Het voorhoofd vertoont een flauwe groeve, die echter vooral tussen de ogen, niet te diep mag zijn.De wangen zijn krachtig ontwikkeld, zij mogen echter niet te sterk uitpuilen. een gelijdelijke overgang naar de snuitpartij is de meest gewenste. De oren moeten van een bij het hoofd passende grootte zijn. In rust vanaf de bovenschedel vlak tegen de wangen aanliggen en vlak langs het hoofd vallen. Wanneer de hond attent staat, moeten de oren met een duidelijke vouw naar voren vallen. Het oog moet zo donker mogelijk zijn en mag niet te klein zijn, evenmin mag het te diep liggen of uitpuilen.Het moet energie en intelligentie uitdruken.D
e hals moet rond zijn, van goede lengte en krachtig.Dus in geen geval kort en dik! De huid er zo gespannen mogelijk omheen. Liefst zonder huidplooien.De nek verloopt met goed aangeduide aanzet in een sierlijke boog naar de rug. De gehele hals moet adel vertonen. De lichaamsbouw is vierkant, d.w.z. dat, de boxer afmetingen voor wat betreft zijn hoogte als lengte gelijk horen te zijn.Van voorborst richting staart en van de schoft/schoudertop naar de grond gemeten. De romp rust op stevige voor- en achterbenen.De borst is diep en reikt tot aan de ellebogen. De borstdiepte bedraagt ongeveer de halve hoogte van de boxer. De ribben zijn goed gebogen, echter niet tonvormig.

                                                                           
De flanken zijn kort en goed geproportineerd. De onderste borst- en buiklijn in harmonische buiging omhoog, naar achteren. De schouder lang, schuin geplaatst, gesloten aanliggend en niet te zwaar gespierd. De voorbenen moeten recht zijn en evenwijdig van elkaar staan. De ellebogen mogen niet te sterk tegen de borst gedrukt, echter er ook niet los van zijn. De onderarm is loodrecht, lang en stevig/sterk gespierd. De pols is stevig en in goede verhouding tot het voorbeen. De middenvoet is kort enzo goed als recht op het grondvlak. De voet is klein met goed gesloten en opgetrokken tenen (heet: 'Kattevoet'), voorzien van een harde zool. De rug is kort,recht en sterk gespierd. De schoft, dat is boven de top van het schouderblad, moet duidelijk te zien zijn. De achterhand is zeer sterk gespierd, wwarvan de spieren zich duidelijk onder de huid aftekent. De dij moet zo breed mogelijk zijn en dik, dus niet smal en plat. Het kruis flauw aflopend en lichtelijk gerond. De staartaanzet is breed en eerder hoog dan laag aangezet. Het bekken moet lang en breed zijn. Het dijbeen en onderschenkelbeen zijn lang en met elkaar in een hoek van 90 graden. De knie moet in normale stand naar voren geplaatst zijn.
Zodanig dat een vanaf het heupbeen getrokken verticale lijn nog het kniegwricht raakt. De hoek van het spronggewricht moet ongeveer 140 graden bedragen. De kortemiddenvoet van het achterbeen mag niet vertikaal op het grondvlak staan, maar een weinig schuin. (met een hoek van 60 tot 100 graden). Van achteren gezien moeten de achterbenen recht op de grond staan. Het
spronggewricht droog met een krachtig hielbeen. De tenen iets langer dan de voorvoet, goed gesloten en opgetrokken. De beharing moet kort, hard en glad aanliggend zijn. De kleuren zijn geel en gestroomd. Geel komt in verschillende nuances voor, van donker 'hertenrood' tot lichtgeel De gestroomde kleur varieert van licht gestroomd tot zeer donker, welke bijna zwart kan lijken. Grondkleur en donkere stroming moeten goed van elkaar gescheiden zijn. Dus niet te dicht bijeen of te afzonderlijk. Witte aftekeningen zijn niet verwerpelijk, en mogen niet meer dan een derde van het geheel bedragen. Witte aftekeningen kunnen zeer aantrekkelijk zijn, mits mooi verdeeld geplaatst. Wit of halfwit hoofd is verwerpelijk. Boxers waarvan de witte aftekening meer dan een derde bedragen, geheel witte, geheel zwarte worden in het stamboek ingeschreven, maar krijgen op de stamboom de vermelding "NIET ERKENDE KLEUR" en zijn daardoor voor de fokkerij niet geschikt.

MATEN & GEWICHTEN.

Reuen: Minimum schouderhoogte is 57 cm - Maximum schouderhoogte is 63 cm.
Gewicht: 34-39 kg.

Teven: Minimum schouderhoogte is 53 cm - Maximum schouderhoogte is 59 cm.
Gewicht: 27-33 kg.

  Afbeelding / Picture